Afgelopen maandag was ik te gast bij de vereniging WBE Ade om in hun Algemene Ledenvergadering (ALV) iets te vertellen over de Ratslagmethode. Ik was ruim op tijd aanwezig en kon voorafgaand aan de vergadering de beamer en laptop voor mijn presentatie vast klaarzetten.
De Wildbeheereenheid Ade is één van de 15 WBE’s in de provincie Zuid-Holland. Omdat WBE’s zich ook bezig houden met afschot van ratten waren zij benieuwd naar de aanpak van professionele plaagdierbeheersers. Ik werd daarom uitgenodigd voor een spreekbeurt door een van de jagers, betrokken bij afschot van ratten in het WBE-gebied.
In hun jaarverslag van 2022 zag ik dat in het WBR-gebied van Ade 133 bruine ratten zijn afgeschoten door jagers. Ik heb daarom in mijn presentatie de nadruk gelegd op het verschil tussen de aanpak van jagers en die van plaagdierbeheersers.
ALV
Het was interessant om een vergadering van jagers mee te maken. De WBE Ade is een actieve vereniging en de opkomst op de ALV was meer dan de helft van de leden. Er zijn maar weinig verenigingen die dat tegenwoordig nog voor elkaar krijgen.
Opvallend was de gemiddelde leeftijd van de bestuurders en de leden. Je zou haast denken dat het jagen een uitstervend beroep is. Bij navraag blijkt dat er wel degelijk jongeren toetreden en dat ook jaarlijks nog veel jagers worden opgeleid.
Na de ALV was ik aan de beurt voor een presentatie. De nadruk in mijn presentatie lag op het onderscheid tussen jagers en professionele rattenjagers. Het adagium is dat een jager geen ongediertebestrijder is en een professionele rattenjager geen jager. Verder heb ik uitleg gegeven over hoe de ratslagmethode is ontstaan en binnen de beroepsgroep van plaagdierbeheer wordt toegepast.
Jagers in het veld
Jagers doen hun werk op akkerland, weilanden en in bossen. De nadruk ligt op faunabeheer (wilde dieren). Ook ratten zijn wilde dieren en als er schade of overlast ontstaat worden jagers ingezet om de ratten te bestrijden. Soms worden op verzoek van een boer ook uit de hand gelopen populaties rondom boerderijen aangepakt.
Jagers werken traditioneel met vuurwapens, maar voor het bestrijden van ratten mogen tegenwoordig ook luchtdrukwapens worden gebruikt. Zij kunnen daarvoor via de FBE een ontheffing krijgen. Daarin is ook geregeld dat er met nachtzichtapparatuur, geluidsdempers en na zonsondergang kan worden gewerkt. Jagers gebruiken over het algemeen zware persluchtwapens waarbij ratten over een relatief grote afstand met veel energie worden gedood. Er wordt (midden) op het lijf gemikt en een treffer is dodelijk omdat het kleine dier min of meer explodeert. Dat de loden kogel daarna met veel energie doorvliegt is niet problematisch omdat deze wel ergens in de grond terecht komt.
Rattenbeheersing in gebouwen en in de stad
Reguliere ongediertebestrijders worden tegenwoordig plaagdierbeheersers genoemd om te benadrukken dat het gaat om het voorkomen van plagen. Zeker bij rattenpopulaties is het zaak om overlast voor te zijn. Als je moet bestrijden, ben je eigenlijk te laat. Bestrijden is het laatste redmiddel om grip op een populatie te houden. Plaagdierbeheer werkt methodisch volgens het wettelijk voorgeschreven “Integrated Pest Management” (IPM). Zij moeten IPM-gecertificeerd zijn om gifstoffen te kunnen gebruiken.
Plaagdierbeheer gaat niet alleen over ratten en muizen. Het gaat ook over wespen, vliegen, rupsen, kakkerlakken, bed wantsen, vlooien, etc.. En, het gaat om overlast bij bedrijven en particulieren in stedelijk gebied. Nu het gebruik van rattengif aan banden is gelegd, ontwikkelen ongediertebestrijders andere methoden om ontspoorde rattenpopulaties te bestrijden. Een daarvan is afschot volgens de ratslagmethode.
Ratslagmethode
Uitgangspunt bij de ratslagmethode is dat deze kan worden gebruikt in kleine en kwetsbare ruimten. Denk aan restaurants, woningen, stallen, magazijnen, fabrieken, etc…. In zo’n omgeving moet de dodelijkheid van de treffer worden gecombineerd met het voorkomen van schade aan inventaris, installaties en meubilair. Dit wordt bereikt door:
- minimale mondingsenergie (max 30 joule)
- een lichtgewicht en loodvrij kogeltje (minder dan 1 gram)
- extreem hoge snelheid (1100 km/u) van het projectiel
- grote precisie bij het treffen van vitale organen (hart en longen)
- het schieten op relatief korte afstanden (6 – 25 meter)
- het voorkomen van doorschot (het kogeltje blijft in de rat)
Een professionele rattenjager mikt op de borst van het kleine dier. De Killzone is dan ongeveer 1,5 cm. Dit betekent dat de schutter met 100% zekerheid binnen deze 1,5 cm moet treffen. Door de hoge snelheid ontstaat een schokgolf in de borst van de rat die aderen en zenuwen verwoest. Omdat het kogeltjes licht is blijft deze in het weefsel steken. Als er alsnog sprake is van doorschot, dan is de rest energie nihil. De kans op schade van een doorvliegend kogeltje is verwaarloosbaar. Zelfs als er volledig wordt misgeschoten is de kans op schade klein, omdat er sowieso met weinig energie wordt geschoten. Het lichte kogeltjes verliest in het traject snel z’n energie.
Ontheffingen in Zuid-Holland
Vooralsnog worden ontheffingen uitsluitend verleend aan jachtaktehouders. Daarmee wordt voorbij gegaan aan de wettelijke noodzaak om rattenoverlast te voorkomen in plaats van meteen te bestrijden. Er worden in Zuid-Holland geen ontheffingen verleend aan professionele rattenjagers.
Dat betekent dat plaagdierbeheersers de ratslagmethode op dit moment niet legaal bij bedrijven en particulieren in steden kunnen inzetten. Dit, terwijl de overlast van ratten toeneemt, omdat particulieren geen rattengif meer mogen gebruiken en plaagbeheersers nog maar beperkt gif kunnen inzetten. Daarmee is de weg vrij voor ongekwalificeerde “cowboys” om te voorzien in de groeiende behoefte aan de afschot van ratten. Zowel de jagers als de professionele rattenbestrijders moeten met lede ogen aanzien dat “potentiële brokkenmakers” in deze markt duiken en zwart hun diensten aanbieden.
Het betekent ook dat het illegale gebruik van rattengif (vaak ingekocht in het buitenland) in Zuid-Holland juist wordt gestimuleerd. Het ondeskundig gebruik van gifstoffen is schadelijk en minstens zo kwalijk als het ongekwalificeerd afschieten van ratten.
Dank Jos voor de presentatie op onze ALV van de WBE Ade. Goed om te leren dat niet jagende rattenbestrijders een degelijke opleiding kunnen volgen om ‘weidelijk’ ratten te kunnen schieten. Rat is een plaagdier en die ruim je op maar wel op een respectvolle manier.
Ik heb nog wel een paar kanttekeningen. Het is niet zo dat er jagers zijn en rattenschieters. Er zijn vast plaagdierbestrijders die ook jagen maar er zijn heel veel jagers die naast de jacht, beheer en schadebestrijding, ook zeer actief zijn bij de bestrijding van ratten, vaak op verzoek van de boeren waar de jager ook jaagt. Daarbij gebruiken ze (ik) vaak dezelfde technologie die jij beschrijft (moderne pcp buks, restlicht / warmtebeeld richtkijker met ballistische module). De bestrijding van de overlast door ratten vindt veelal plaats op erf, rond opstallen en ook binnen de stallen en schuren. Er is echter een groot verschil, de jager bestrijdt de ratten (meestal) als onderdeel van de beheer en schadebestrijding en gratis, zonder daar kosten voor in rekening te brengen. Persoonlijk ben ik van mening dat de bestrijding van ratten in het buitengebied en op de agrarische bedrijven prima door de daar al actieve jager kan worden uitgevoerd. Als jager weet je de weg, ben je bekend met de omgeving en de situatie op het erf.
Het beleid van de FBE in ZH is zo gek nog niet. Het voorkomt deels mogelijke misstanden rondom het bestrijden van ratten met een pcp buks. Dat een ministeriële jachtopleiding wat geld kost mag geen reden zijn voor (toekomstige) professionele plaagdierbestijders die hun diensten tegen betaling aanbieden. Zie ook de reactie van Adrie van Diemen die wel in ZH ratten kan bestrijden.
In Zuid-Holland hoef je geen jachtaktehouder te zijn maar moet je het Jachtdiploma ( erkend jachtexamen ) hebben behaald. Zie de Ontheffing Omgevingsdienst Zuid-Holland.
Zie de beschikking van omgevingsdienst Haaglanden onder specifieke voorschriften artikel 4:
“De uitvoerder van de ontheffing die niet in het bezit is van een geldige jachtakte dient met goed gevolg een door de minister erkend jachtexamen te hebben afgelegd dat is erkend door Onze Minister, of dat is erkend door de bevoegde autoriteit van een andere staat en door Onze Minister als gelijkwaardig aan door hem erkende jachtexamens is aangemerkt conform artikel 3.28, tweede lid, onder a van de Wet natuurbescherming alvorens gebruik te kunnen maken van de ontheffing.”
Mvrgr Adrie van Diemen (www.ecorat.nl) te Zuid-Holland.
Top verhaal! Langzamerhand begint het begrip ook binnen Provincies te komen. Het ziet ernaar uit dat Flevoland de “Ratslag methode” ook gaat omarmen. Mede dankzij jullie (Jos en Henk) inzet. Chapeau!