Bezwaren in Friesland niet ontvankelijk

Eind 2021 en begin 2022 zijn door een rattenjager (met een jachtakte) en een aspirant rattenjager (in opleiding voor een jachtakte) bezwaren ingediend tegen ontheffingen van de provincie Friesland. Het gaat om zeven ontheffingen die zijn verleend aan professionele rattenjagers. Twee daarvan zijn afgegeven aan leden van ons collectief.

De bezwaarmakers vinden dat de provincie in de ontheffing te weinig eisen stelt aan de vakbekwaamheid en dat er verkeerde eisen gesteld worden aan de luchtbuks. In de kern komt het erop neer dat zij vinden dat alleen mensen met een jachtakte dergelijke ontheffingen moeten kunnen krijgen.

De bezwaren zijn besproken in een hoorzitting op 28 april 2022 met een onafhankelijke commissie in het provinciehuis van Friesland. Daarvoor zijn de bezwaarmakers en ook de belanghebbenden (wiens ontheffingen worden aangevochten) uitgenodigd.

Hoorzitting

Op de hoorzitting waren naast de commissie voor bezwaar- en beroepschriften (4 personen), de provincie Friesland (2 personen), belanghebbenden (4 personen), de bezwaarmakers (2 personen en 1 toehoorder) en een journalist van de Leeuwarder courant aanwezig. Hieronder het verslag van deze journalist in de Leeuwarder Courant.

Artikel in Leeuwarder courant

Advies

Intussen heeft de commissie een advies uitgebracht aan de provincie. Kort samengevat komt het erop neer dat de bezwaarmakers juridisch niet ontvankelijk zijn, omdat zij geen belanghebbende zijn. Zij worden persoonlijk niet geraakt door het feit dat ontheffingen zijn verleend aan andere rattenjagers. Ook is er geen sprake van een concurrentiebelang, omdat er meer dan genoeg werk is voor alle partijen.

Het idee dat de bezwaarmakers zich willen inzetten voor goede ontheffingen waarin de juiste eisen worden gesteld aan de vakbekwaamheid van de uitvoerders en aan de middelen die daarvoor worden ingezet vindt de commissie lovenswaardig. Overigens zijn alle betrokkenen het daarover eens.

De provincie verklaart dat er wel degelijk wordt gekeken naar de kwalificaties van de aanvragers. De provincie wil ontheffingen niet beperken tot alleen jachtaktehouders, omdat er andere en wellicht betere manieren zijn om je te kwalificeren. Zij verwijzen naar de opleidingen van KAD (Kennis en Advies-centrum Dierplagen) in Wageningen en RATTENJAGERS.NL. De provincie beoordeelt iedere aanvraag in zijn geheel en kijkt naar professionaliteit, schietvaardigheid en veiligheid.

Conclusie

Alle partijen zijn het erover eens dat het goed is dat ontheffingen worden verleend aan gekwalificeerde rattenjagers. De commissie adviseert de provincie om samen met de branche van rattenjagers te werken aan nog betere ontheffingen. Daarmee wordt het onderscheid tussen zogenaamde “Cowboys” en professionals veel duidelijker. Rattenjagers met een ontheffing kunnen zich (ook op deze website) naar klanten toe presenteren als professional en daarmee neem je de cowboys de wind uit de zeilen.

De uitspraak van de commissie is een advies aan de provincie. Dit advies wordt nog behandeld in een vergadering van de Gedeputeerde Staten. Uiteindelijk wordt daar besloten of er iets moet veranderen aan de verstrekte ontheffingen aan rattenjagers in Friesland. Tot die tijd kunnen rattenjagers met hun ontheffingen hun goede werk in Friesland voortzetten.

.

Eén gedachte over “Bezwaren in Friesland niet ontvankelijk”

  1. Naar mijn idee een goede uitspraak met name de controle op de vaardigheden door de provincie.
    Wat ik niet begrijp is de uitspraak van Juriste Jansen “dat de provincie nu eenmaal niet veel juridische ruimte heeft, nu het bestrijden van beide ratten soorten wettelijk is vrijgesteld”.
    Als de provincie de ontheffing voor het doden van ratten verstrekt, is het de verantwoording van de overheid om te controleren/handhaven.
    Dan moet men zich niet verschuilen achter dat het “moeilijk is om controles uit te voeren”.
    Cowboys zullen hiervan misbruik maken en dan moeten op een gegeven moment de “goeden” maar weer lijden onder het gedrag van de “slechte”?

Reacties zijn gesloten.